Normen kleedkamerinrichting korfbal

Vrijwel iedere sport in Nederland, of die nu binnen of buiten wordt beoefend, heeft een landelijke bond. Binnen die bond zijn er vaak bestuursorganen die zich bezighouden met het facilitaire beleid rondom de verenigingen die zijn aangesloten bij die bond. Vanuit die bestuursorganen worden handreikingen opgesteld voor de bouw en inrichting van nieuwe en bestaande sportfaciliteiten. In dit artikel een overzicht van de normeringen die gelden voor de inrichting van kleedkamers en andere ruimtes binnen een korfbalvereniging.

Kleedkamers korfbal

  • Een kleedkamer bestaat uit een kleed- , was- en toiletruimte als één geheel.
  • Een vereniging heeft tenminste 4 kleedkamers beschikbaar.
  • In zijn algemeenheid wordt gerekend met een benodigd vloeroppervlak in een kleedruimte van 1 vierkante meter per persoon, waarbij wordt uitgegaan van minimaal 15 personen in een kleedruimte. De minimale afmeting van een kleedkamer is zodoende 15 vierkante meter.
  • De toiletruimte bevindt zich in de wasruimte en heeft een minimaal oppervlak van 1 x 1,2 meter.
  • De wasruimte heeft een oppervlak van tenminste 10 vierkante meter.
  • De breedte van de kleedkamer bedraagt tenminste 3 meter, en is zo ingericht dat er tenminste 15 mensen kunnen omkleden, zonder dat ze direct in de wasruimte kunnen kijken.

Inrichting van de kleedkamers

Met betrekking tot de inrichting van de kleedkamers schrijft de KNKV onder andere het volgende voor:

  • 9 meter banklengte (0,6 meter per persoon, diep minimaal 0,25 meter, hoogte minimaal 0,42 meter geheel vrij van de vloer);
  • 2 dubbele kledinghaken per persoon;

Alle overig eisen met betrekking tot de was- en kleedruimten vind u op de website van de KNKV: